Willen we dat onze kinderen in Amsterdam straks in een schone en leefbare stad wonen, dan is verduurzaming geen hobby, maar bittere noodzaak. Er zijn echter veel ouderwetse regels uit een tijdperk dat sigaretten nog werd voorgeschreven door de dokter, die onze ambitie belemmeren. Zo bestond de vreemde regel dat je slechts 30% van je dak met zonnepanelen bedekken. Die heeft D66 natuurlijk meteen afgeschaft. Maar er zijn er nog tal van regels die verduurzaming in een grote stad als Amsterdam, die getypeerd wordt door gestapelde bouw en weinig ruimte, belemmeren.

De grootste uitdaging is dat we radicaal moeten breken met het ouderwetse top-down denken. De regels én de kabels en leidingen onder de grond, zijn gebaseerd op centrale systemen (het woord zegt het al: ‘kolencentrale’), terwijl het toekomstbeeld dat D66 voor zich ziet bestaat juist uit lokale energie die duurzaam wordt opgewekt en wordt uitgewisseld ín de wijken. Er moet dus veel meer ruimte komen voor die lokale initiatieven in de wijk: kosten omlaag en belemmerende regels weg. In 2050, wanneer geen enkele Amsterdamse woning meer op het aardgas is aangesloten, zal dát immers de nieuwe praktijk zijn. En wat D66 betreft beginnen we nog liever vandaag dan morgen te werken aan die schone toekomst. Maar we kunnen meer, veel meer. Ik ging erover in gesprek op Facebook Live, samen Marijn Bosman om al jullie vragen over duurzaamheid te beantwoorden. Kijk hier het hele gesprek terug: link naar Facebook

Voor ons staat voorop dat we vertrouwen op de kracht van Amsterdammers. Het zijn uiteindelijk de duizenden kleine initiatieven die de hele stad groen maken. Het is prachtig wat een groene partij als D66 de afgelopen jaren heeft bereikt in Amsterdam en ik sta te popelen daarmee door te gaan als fractievoorzitter in de gemeenteraad.