Rutger Groot Wassink & Reinier van Dantzig Lijsttrekkers van GroenLinks & D66 De campagne voor de gemeenteraadsverkiezingen is losgebarsten. Gaan GroenLinks en D66 daarna met elkaar in zee? Ze leiden in de peilingen. En over veel zijn beide lijsttrekkers het eens. Maar beslist niet over woonbeleid. Daar botsen de ‘groene’ voorstanders van sociale huur met de liberale voorvechters van de vrije sector.

Rutger Groot Wassink kijkt geamuseerd toe hoe Reinier van Dantzig zich van het D66-polsbandje probeert te ontdoen. De Democraat is net van het partijcongres komen binnenlopen in restaurant Merkelbach in de Watergraafsmeer. Zelfs met een mes krijgt hij het taaie bandje niet doorgesneden. De lijsttrekker van GroenLinks neemt een slokje wijn.

De mannen leiden de partijen die in Amsterdam de peilingen aanvoeren, dicht bij elkaar en met maar een magere voorsprong op de rest. Ze onderstrepen het belang van wie de grootste wordt. Dat is „essentieel”, zegt D66-leider Reinier van Dantzig. „Kies je voor knetterlinks of…”

Rutger Groot Wassink: „Kies je voor de status-quo of voor verandering?”

Tegen de tijd dat hij het hoofdgerecht op tafel zet, zal de ober zeggen dat zijn gasten een stem te winnen hebben. Hij is leraar in opleiding. Kunnen ze hem overtuigen?

Groot Wassink heeft meteen een paar volzinnen over de samenleving paraat: „GroenLinks vindt dat veel goed gaat in deze stad. Er zijn ook een paar dingen waar het slecht mee gaat. We zien groeiende ongelijkheid. We lopen achter met verduurzaming. De spanning tussen verschillende bevolkingsgroepen neemt toe. Het moet eerlijker, het moet groener en het moet samen.”

Van Dantzig spreekt de ober als individu aan: „Jij kunt als leraar in opleiding het best stemmen voor een partij die onderwijs hoog in het vaandel heeft staan. D66 vindt dat je met een leraarsalaris goeie kans moet maken op een woning. En we hebben een beurs ingesteld om jou te helpen je als leraar te verbeteren.”

Reinier van Dantzig (32) in zijn pak, Rutger Groot Wassink (43) in zijn trui. Ze zijn het over veel dingen eens. Ze sarren elkaar goedmoedig. De kans is groot dat ze na 21 maart samen zullen onderhandelen over een nieuw stadsbestuur. Maar onder het eten onderstrepen ze de verschillen die er zijn. Over het woonbeleid bijvoorbeeld. Zoveel mensen willen in Amsterdam wonen, daar valt niet tegenop te bouwen. Dus moet worden gekozen voor de ene groep of de andere.

GroenLinks wil in elk deel van de stad minimaal 40 procent sociale huur. Groot Wassink: „Dat moet dan maar ten koste gaan van de vrije sector.” D66 wil het aandeel huizen met huren tussen de 710 en 1.100 euro vergroten, ten koste van het aandeel sociale huur. Van Dantzig: „De middengroepen hebben minder kans om een huis te vinden dan mensen die in aanmerking komen voor een sociale huurwoning.”

Groot Wassink: „De wachtlijst voor sociale huur is 14 jaar!”

Van Dantzig: „Dat los je niet op met meer sociale huur. Zelfs met 80 procent sociale huur houd je een wachtlijst. Je moet zorgen dat elke groep een eerlijke kans krijgt.”

Groot Wassink: „Zo organiseer je uitsluiting aan de onderkant.”

Van Dantzig: „Niet waar. Elke middenwoning die we creëren, levert een vrije sociale huurwoning op. Je bevordert de doorstroom.”

Groot Wassink: „Ik ben niet bereid woningen te liberaliseren. Ik wil geen reservaten voor rijken.”

Van Dantzig: „Ook wij willen meer dan de helft van de markt reguleren. Wij willen net als de linkse partijen een woonplicht bij nieuwbouw. Maar we moeten ervoor waken alles met de botte bijl van GroenLinks te beteugelen. Zeker in het koopsegment moet de markt zijn werk doen. Beleggers die hun huis voor een faire prijs verhuren, zijn niet het absolute kwaad.”

Groot Wassink: „Elke belegger is bij jullie een goede belegger als hij betaalt.”

Van Dantzig: „Als we goede afspraken maken, prima.”

Groot Wassink: „Ja maar, Reinier, afspraken veranderen. Uiteindelijk stevenen we af op de nachtmerrie van onbetaalbaar Londen.”

„Weet je wat het is”, zegt Van Dantzig, „ik deel jouw somberheid gewoon niet.”

„Somber?”, lacht Groot Wassink. „Welnee. Na 21 maart gaan wij de bakens verzetten!”

Sturende overheid
‘Samen’ moet in de Amsterdamse samenleving opnieuw worden gedefinieerd, volgens Groot Wassink. „Ik woon in de Staatsliedenbuurt, dat is nog een mooie mix. Tweeënhalve kilometer naar het oosten sta je op de Nieuwmarkt, het epicentrum van pretpark Amsterdam, alleen maar geld-geld-geld. Drie kilometer naar het westen sta je op Plein 40-45. Een andere wereld. Hier wordt het om tien voor vier ineens druk op de markt. Omdat de marktlui dan van hun koopwaar af moeten en de prijzen verlagen.”

Alle politieke partijen in de raad redeneren volgens Groot Wassink nog te vaak vanuit „de hoogopgeleide, meestal witte mensen die we zijn. We moeten de verhoudingen tussen burgers, markt en overheid opnieuw definiëren. Ik ben bang dat de stad anders breekt.”

Van Dantzig: „De vraag is: hoe stuurt de overheid hierop? Wij willen iedereen dezelfde kansen bieden. De kansen die ik als blij jongetje in Amsterdam Zuid heb gekregen, waren duizend-en-een keer groter dan voor mijn vrouw, die in Bos en Lommer is geboren. Mijn schoonmoeder fietste elke dag met twee kinderen achterop door weer en wind naar een goede school in Zuid. De vraag is: ga je van bovenaf sturen, of ga je investeren in onderwijs en buurtwerk? Ik lees in het verkiezingsprogramma van GroenLinks allemaal interventies, tot aan gemeentelijke corporaties voor kleine ondernemers aan toe.”

Groot Wassink: „Wij willen geen grótere overheid, maar een meer sturende overheid.”

Van Dantzig: „Voor jou is besturen beteugelen…”

Groot Wassink: „Nee, stúren. Besturen is sturen.”

Van Dantzig: „Oké. Wij zeggen besturen is bíjsturen, balans zoeken.”

Groot Wassink: „We moeten nú de markt verstoren, anders blijft het grote geld beuken op de stad.”

Van Dantzig: „Ik ben in principe voor een zo klein mogelijke overheid.

Groot Wassink: „Ik ben een blije belastingbetaler, hoor.”

Van Dantzig: „Ik geloof niet dat de overheid alle schade die het leven mensen toebrengt met belastinggeld moet compenseren.”

Groot Wassink: „We hebben in Amsterdam een democratische revolutie nodig. Burgers nemen al zoveel initiatieven. Burgers nemen al zoveel over. De overheid is voor hen eerder een hindernis doordat zij de tucht van de markt oplegt dan dat ze hen helpt.”

Van Dantzig: „Waarom zouden we dan in godsnaam weer allemaal gemeentebedrijven oprichten? Zoals – dat lees ik in het socialistisch pact dat jullie met PvdA en SP hebben gesloten – een gemeentelijke thuiszorg.”

Groot Wassink: „Ik ben geen socialist, dat weet je best.”

War on drugs
Op 26 januari liepen twee mannen met automatische wapens een buurthuis op Wittenburg binnen en schoten daar drie mensen neer – een jongen overleed ter plekke. Maar veiligheid lijkt een blinde vlek in de verkiezingscampagne. In de verkiezingsprogramma’s van beide partijen komt het nauwelijks aan de orde.

Groot Wassink: „Dit is dé blinde vlek van de stad. Politiechef Aalbersberg constateert dat de grootschalige drugshandel tot grote problemen leidt. Ik heb zijn woorden opgevat als: dit is dus de consequentie van onze [en hij gebaart over tafel ook naar Van Dantzig] welwillende houding, bijvoorbeeld ten opzichte van cokegebruik. Is daar een alternatief voor? Eerlijk gezegd zie ik het niet. De stad die we zijn, is verweven met een bepaalde drugsscene in het uitgaansleven.”

Van Dantzig: „Laat ik beginnen te zeggen: drugsgebruik is niet goed voor je en geeft grote maatschappelijke problemen…”

Groot Wassink: „Trut!”

Van Dantzig: „Maar ik geloof ten diepste dat drugsgebruik een volksgezondheidskwestie is. Dankzij het gedoogbeleid wordt er consequent minder geblowd in Nederland dan in andere landen. Wat mij betreft rekken we het gedoogbeleid op tot en met xtc. Dat wordt veel gebruikt bij het uitgaan. Laten we dat veilig doen, laten we dat testen. Laten we zorgen dat xtc en andere wat hardere drugs uit het repressieve segment worden gehaald.”

Groot Wassink: „Dan loop je het risico dat de handel zich toespitst op coke, met alle bendegeweld van dien.”

War on drugs
Van Dantzig: „De vraag is: hoe krijgen we de criminaliteit daaromheen onder controle? De war on drugs heeft bij mijn weten nooit gewerkt. Ik denk dat we twee dingen moeten doen. Meer politie op straat. Ik vind het een grof schandaal dat we ondanks de toenemende drukte geen extra politie krijgen.”

Groot Wassink: „Bel Kajsa.” [Ollongren, D66, minister van Binnenlandse Zaken]

Van Dantzig: „Ja, God, was jij dan ook in het kabinet gaan zitten… Ik geloof niet in lukraak camera’s ophangen. Ik geloof niet in handhavers extra bewapenen, niet in repressie. Het enige wat helpt, is zorgen dat die jongeren voelen dat ze enorm veel kansen hebben.”

Groot Wassink: „Daar zit de suggestie in dat als ze maar kansen hebben, de criminaliteit vanzelf verdwijnt.”

Van Dantzig: „Ik durf de stelling aan dat als jongeren niet gediscrimineerd worden, uitzicht hebben op een baan, en als hun ouders er bovenop zitten, dat zij dan de afgewogen keuze zullen maken om een baan te zoeken in plaats van toe te happen als gangsterbazen hun het snelle geld aanbieden.”

Groot Wassink: „Ik ben daar cynisch over.”

Van Dantzig: „Zolang de politie er niet is, hebben we nog een ander ding: jongerenwerk.”

Groot Wassink: „Dan had je er niet op moeten bezuinigen.”

Van Dantzig: „Ik zat in die commissie, dat was niet een van mijn beste ervaringen als raadslid. Dat heb je soms in een coalitie.”

Groot Wassink: „Veiligheidsbeleid gaat veel meer over hoe je je als mens in de samenleving beweegt. Het beste wat we kunnen doen voor de veiligheid: als burgers normaal met elkaar omgaan en kinderen dat leren – klinkt heel soft. Maar het enige wat structureel werkt.”

Veiligheid voor het voetlicht
En intussen, werpen wij op, is er maar één partij die het thema veiligheid consequent voor het voetlicht brengt: Forum voor Democratie.

Van Dantzig: „Ik heb [lijsttrekker] Annabel Nanninga voornamelijk aantijgingen horen maken over welke bevolkingsgroepen verantwoordelijk zijn voor de criminaliteit in Amsterdam. Zo zorg je er wel voor dat die ouders van ze geen contact zoeken met de politie, dat die zich afscheiden.”

D66 en GroenLinks hebben samenwerking met Forum in een college uitgesloten.

Van Dantzig: „Een partij die zonder mededogen zegt dat het IQ van donkere mensen lager is dan van witte – ik vind dat schokkend. Het gaat over mijn vrienden en collega’s. ze discrimineren op sekse, geaardheid, afkomst.”

Groot Wassink: „Iedereen die mij kent, weet hoe ik dit verafschuw. Als dit geluid zich aandient – en ik heb liever een duidelijke dan een verhulde vijand – dan is het mijn rol om een contrapunt te zetten. Mijn achterban verwacht dat van mij. Ja, met die aandacht helpen wij Forum ongetwijfeld aan stemmen.”

Van Dantzig: „So be it. Je kunt dit niet over je kant laten gaan.”

Moet het weer met de VVD?
Vier jaar geleden bereikten D66 en GroenLinks een akkoord. Maar toen de VVD ging mee-onderhandelen, koos D66 voor de VVD en haakte GroenLinks af. Dat heeft de verhouding lang verstoord. Staat dat samenwerking na 21 maart in de weg?

Groot Wassink: „Vier jaar geleden heb ik met D66 een afspraak gemaakt, dacht ik. Ik zou de PvdA loslaten, zij de VVD en dan kijken welke derde partner inhoudelijk het best bij onze agenda zou passen. Daar hebben we de hand op geschud. Ik ben misschien een simpele jongen uit de Achterhoek, maar: belofte maakt schuld. En die belofte is niet gehouden. Voor mij hangt dat samen met Reiniers voorganger. Het staat niet tussen Reinier en mij in. Dus ik vraag Reinier: móét het nu weer hoe dan ook met de VVD?”

‘Socialistisch pact’
Van Dantzig: „Ik heb met niemand een voorkeur of een afspraak. Ik kijk 22 maart naar de uitslag. Mijn vraag is: hang jij aan het socialistisch pact?”

Groot Wassink: „Dat is nu de tweede keer. Het is geen socialistisch pact. Het is een línks pact. De vraag is: wie kan de optelling maken tot 24 of 25 zetels? Ik wil liefst zo links mogelijk, maar zoals het er nu uitziet, komt er geen meerderheid.”

Welke manoeuvreerruimte heeft Groot Wassink in Amsterdam? Landelijk partijleider Jesse Klaver beloofde in een toespraak: we gaan in honderd gemeenten meebesturen, waaronder de vier grote steden.

Groot Wassink: „Ik heb de speech van Jesse Klaver niet gehoord. Ik was onderweg naar de [herdenking van] Februaristaking. Ik ben daar vooraf niet in gekend. Ik voel dat helemaal niet als een marsorder. Zo doen we dat niet in Amsterdam. GroenLinks wil al-tijd besturen.”

Van Dantzig: „Lokaal dan. Want landelijk…”

Groot Wassink: „Reinier, ik ga daar niet eens op ín.”

En dan komt op 22 maart een telefoontje uit Den Haag.

Groot Wassink: „Ik geloof niet dat ik op 22 maart telefoontjes uit Den Haag zal opnemen.”