Vastgoedman annex Quote-columnist Maarten de Gruyter wordt moe van de potpourri van wensen van wethouders. Gelukkig heeft Amsterdam Reinier van Dantzig, stelt hij in deze column. 'Eindelijk een wethouder van woningbouw die beseft dat je niet alles kunt krijgen.'

De traagheid in de realisatie van nieuwe woningen is al jaren een doorn in het oog van de vastgoedmarkt en een van de hoofdoorzaken van de forse prijsstijgingen in die branche. Marktpartijen proberen de landelijke politiek en lokale bestuurders duidelijk te maken dat het ongebreideld stapelen van wensen in combinatie met hoge grondprijzen of andere financiële tegemoetkomingen aan de overheid de haalbaarheid van projecten ernstig in de weg zitten. Lokale bestuurders willen allemaal hun eigen stokpaardjes terugzien in projecten die er primair voor zouden moeten zorgen dat hun kiezers een dak boven het hoofd hebben. Veel parkeerplaatsen (of juist geen), het duurzaamste gebouw van het westelijk halfrond, grote woningen die wél voornamelijk sociaal of ten minste gereguleerd zijn, hoge kwaliteitseisen wat betreft de architectuur en ruimte voor maatschappelijke voorzieningen. En deze hele potpourri ook tegen de hoogst mogelijke grondopbrengst voor de gemeente.

Kwartje is gevallen

In tegenstelling tot onze kinderen blijken gemeentebestuurders niet te accepteren dat je niet alles van je verlanglijstje kunt krijgen. Althans, tot Reinier van Dantzig wethouder van Amsterdam werd. ‘We kunnen geen hele zware wensenlijst op betaalbaarheid en duurzaamheid hebben en ook nog architectonisch het allerhoogste neerzetten’, stelde Van Dantzig in Het Parool. ‘Kiezen dus’ was het aansluitende journalistieke commentaar op de voorpagina van mijn favoriete courant.

Het heeft even geduurd, maar het kwartje is gevallen. En wel vrij letterlijk. De gemeente Amsterdam is namelijk zelf geconfronteerd met de (financiële) onhaalbaarheid van alle opeengestapelde ambities doordat het saldo van het vereveningsfonds drastisch is gedaald en daardoor tekorten in verlieslatende woningbouwprojecten in veel mindere mate kan dekken.

Het wantrouwende gemeentelijke apparaat geloofde de markt pas nadat het zelf de rekening gepresenteerd kreeg.

De gemiddelde wethouder zal een compliment van een voor Quote schrijvende vastgoedman met grote terughoudendheid ontvangen, maar de onafhankelijke denker Van Dantzig staat hier vast anders in. Zijn relaxte aanwezigheid tussen al het vastgoedgeweld op de Provada was een verademing. In tegenstelling tot zijn voorgangers gaat hij het gesprek aan met marktpartijen en hij liet zich bovendien zien op een diner van een lokaal makelaarskantoor. Hulde! Waar gemeentes vaak het Amsterdamse beleid naapen, hoop ik ook hier op massale navolging.

Hoop op meer pragmatische bestuurders

Diverse individuele vastgoedprofessionals en brancheorganisaties hebben gewaarschuwd dat een verslechterd investeringsklimaat institutionele beleggers zal wegjagen, met als gevolg een verder tekort aan (huur)woningen. Het idee dat we deze beleggers juist hard nodig hebben om tempo te kunnen maken op de woningmarkt wil maar niet landen. En waar de overheid en de publieke opinie op dit moment tevreden zijn met het idee dat woningbeleggers de markt aan het verlaten zijn en hun heil in andere landen zoeken, dreigt de realisatie van woningen totaal tot stilstand te komen door exploderende inflatie, hoogoplopende rentes én verdergaande regulering van de huurmarkt.

Mijn hoop is dan ook gevestigd op pragmatische bestuurders als Van Dantzig die, tegen de populistische opinie in, beleggers gaan stimuleren om in Nederland te investeren in woningen.