Mijn ambitie voor de stad
Mokum is uniek. We leven van handel en
ontmoeting, en vrijheid en rechtvaardigheid zijn verankerd in het DNA van de
stad. Dat maakt Amsterdam al sinds jaar en dag een progressief baken van licht
in een soms donkere en sombere wereld. In Amsterdam maakt het niet uit of je
uit Doetinchem of Damascus komt, of je op jongens of meisjes valt, en in welk
gebedshuis je je zielenheil zoekt. Juist die vrijheid heeft ervoor gezorgd dat
er in Amsterdam 180 nationaliteiten wonen en dat ze stuk voor stuk ontvangen
zijn met open armen. Wil je meedoen, dan ben je Amsterdammer.
Maar die belofte staat onder druk. Amsterdam
staat aan de vooravond van belangrijke verkiezingen. De stad lijkt de
COVID-crisis goed door te zijn gekomen, maar de uitdagingen zijn groter dan
ooit. Juist in Amsterdam merken we de gevolgen van de woon-, klimaat- en
kansencrisis die Nederland teistert. Dat betekent dat we op een kantelpunt
staan, waar de keuzes die we nu maken essentieel zijn voor de toekomst van onze
stad en onze kinderen.
Amsterdammers maken de stad en Amsterdammer
kan je alleen zijn als je hier een huis kan vinden. En juist dit grondrecht,
het recht op een huis, staat door de woningcrisis onder druk en dat is
onacceptabel. Ik geloof dat iedereen in Amsterdam dezelfde kans moet hebben en
dus moet je er ook voor zorgen dat iedereen – ongeacht je inkomen of je
achtergrond – dezelfde kans maakt op een huis. En dat kan niet zonder dat we
stevig durven in te grijpen in de markt, we zullen van betaalbare huizen voor
starters en gezinnen met een middeninkomen absolute topprioriteit moeten maken
door fors te bouwen maar ook door de negatieve effecten van de markt te
beteugelen met regulering zoals de opkoopbescherming van huizen.