Vorig jaar zijn ondanks de verslechterende marktomstandigheden 8.401 woningen in aanbouw genomen in Amsterdam. Dat zijn er fors meer dan de jaarlijkse ambitie van 7.500 woningen die het stadsbestuur zich heeft gesteld, meldt de gemeente Amsterdam woensdag. Wethouder Reinier van Dantzig (Woningbouw) waarschuwt wel dat de ‘de mooie cijfers van dit jaar geen garantie zijn voor mooie cijfers in 2023’.
Ondanks de stijgende bouwkosten, de stijgende rente en de schaarste aan materialen en personeel, is het ontwikkelaars en bouwers gelukt om in hoog tempo door te gaan met de voorbereiding en financiering van nieuwbouwprojecten”, vertelt Van Dantzig. “Het totale aantal woningen in aanbouw overtreft daarmee de verwachtingen. Voor dit jaar streven we ook weer naar 7500 of meer woningen, maar het is de vraag of dat gezien de ontwikkelingen in de markt haalbaar is.”
De gemeente Amsterdam laat weten dat het effect op de inzet van de ‘40-40-20-regeling’ ook steeds beter zichtbaar wordt. Waar in 2018 van alle in aanbouw genomen woningen 39 procent betaalbaar was (de twee 40’s uit de regeling), is het aandeel afgelopen jaar opgelopen tot 58%. Door oude afspraken (‘30-70’) en afwijkingen (indien een corporatie aan boord is), wordt het uitgangspunt 40-40-20 nooit precies behaald, aldus de gemeente.
De komende jaren blijft het Amsterdamse gemeentebestuur streven naar 7.500 nieuwe woningen per jaar. Door stijgende bouwkosten, een dalend consumentenvertrouwen en personeelsschaarste is dat geen zekerheid, waarschuwt de gemeente.
Binnenkort presenteert Amsterdam het Woningbouwplan 2022 -2028. Hierin staan acties en voorstellen om de woningbouw in deze roerige tijden te stimuleren en hiermee doorstroming te bevorderen. Ook wil de stad meer samenwerken met investeerders, marktpartijen en woningbouwcorporaties.