De gemeente heeft haar best gedaan met meer dan 100 miljoen steun aan ondernemers en culturele instellingen, we hebben 6500 laptops gegeven zodat kinderen mee kunnen doen op school, aan ruim 400 extra daklozen noodopvang geboden en met initiatieven als MidZomerMokum en jongerencoaches onze jongeren in de stad geholpen.

Onze ambtenaren, onze zorgmedewerkers, onze ondernemers, onze onderwijzers, iedereen heeft zich het leplazarus gewerkt. Als stad zijn we maar spekkoper met onze fantastische inwoners. Maar na dit jaar waar de nieges op zat kan ik je op een brieffie geven dat het beter wordt.

En juist de politieke keuzes vlak na een crisis bepalen de toekomst en schrijven de historie van de stad.

We zullen als stad meer ambitie moeten hebben, we moeten het durven om aan een wereldstad te werken. Een stad met een krachtig bestuur, dat uitgaat van gezond verstand en niet van ideologie, dat nieuwe allianties aan durft te gaan met het bedrijfsleven om de stad te verbeteren in plaats van elk bedrijf afschilderen als ‘groot kapitaal’.  Een bestuur dat op basis van vertrouwen met Amsterdammers werkt aan de droom dat morgen beter is dan vandaag.

De coronacrisis heeft laten zien dat we dat kunnen als we maar willen. Niet alleen moeten we durven dromen, we moeten ook onze dromen durven waar te maken.

Vooral moeten we een stad zijn die niet bang is voor de toekomst, maar de toekomst omarmt. We staan op het punt door te groeien naar meer dan een miljoen inwoners. Door de groei te omarmen kunnen we onze economie verduurzamen, de stad mooier en groener maken, de kansenongelijkheid aanpakken en zorgen voor meer betaalbare woningen voor iedereen.

Maar groei is niet gratis, het zal een constante afweging zijn en scherpe keuzes vragen. Maar ambitie hebben is ook kansen zien. En als ik dan naar de kaart van Amsterdam kijk dan zie ik vooral kansen op het water. Een drijvend Ijburg 3, een park in het Oosterdok, woningen in de Havens zodat we sneller aan Havenstad kunnen beginnen. Als je er zo over nadenkt is het eigenlijk vreemd dat we als stad daar zo weinig onderzoek naar doen, we zijn tenslotte gebouwd op water. Wij denken dat er potentie ligt voor duizenden woningen drijvend op het water, die allemaal snel kunnen worden aangelegd en verplaatst mits nodig. Daarom dien ik een motie in die oproept de kansen voor wonen op het water te onderzoeken in de stad en te zoeken naar een innovatieplek waar geëxperimenteerd kan worden met grootschalige woningbouw op het water.

Naast goede en innovatieve ideeën vraagt werken aan een wereldstad ook om fundamentele keuzes. We hebben sinds 2014 aan de basis gewerkt door de financiële puinhopen op te ruimen met als sluitstuk een investeringsplafond zodat scherpe keuzes gemaakt kunnen worden door college en raad. Dat is nodig, want we investeren in 2021 en 2022 voor 1,5 miljard in de stad, maar hoe vaak hebben we het nou echt fundamenteel over deze keuzes? Los van wat oppositionele ketelmuziek over fantastische projecten als de OBA en de Meervaart – die de stad verder gaan helpen – bijna nooit.

Ik dien een motie in om de wethouder op te roepen na de zomer bij de zittende partijen te inventariseren welke keuzes zij willen maken en te zorgen dat de ambtelijke organisatie de juiste stukken opstelt om die keuzes goed onderbouwd te maken. Zo kan iedereen bediend worden in deze raad en kunnen we van elkaar leren.

Maar voorzitter, om echt te werken aan een wereldstad hebben we niet alleen een sterk bestuur nodig, maar ook een sterke tegenmacht. U kent mijn ambitie om leiding te geven aan een volgend college. Mocht dat lukken dan wil ik een krachtige tegenmacht achterlaten en overhouden.  Ik vind het noodzakelijk dat het college – wie daar ook zit – elke stap gecontroleerd en aangejaagd wordt door uw raad en door de pers. En vanuit mijn ervaring als langst zittende coalitie-fractievoorzitter weet ik dat het geen gelijke strijd is. Wij moeten met 3,5 fractiemedewerker het werk van 15.000 ambtenaren controleren. En dan is D66 nog de 2e partij in de stad. Tegelijkertijd moeten journalisten schandalig lang wachten op WOB-stukken waar ze recht op hebben.

Ik wil het college complimenteren dat er nu eindelijk werk wordt gemaakt van de jarenlange D66 oproep om zo veel mogelijk openbaar te maken, maar ook als raad hebben we versterking van de ondersteuning nodig. Ik dien daarom een motie in – bijna raadsbreed ondertekend – die de formerende partijen oproept het budget voor raadsondersteuning met minimaal 50% te verhogen om zo macht en tegenmacht meer in balans te brengen en het presidium oproept om aan de nieuwe raad een voorstel voor te leggen op welke wijze dit geld het beste kan worden ingezet.

Dan voorzitter, afsluitend, een echte wereldstad heeft serieuze en progressieve bestuurspartijen nodig die de grote thema’s serieus nemen en daarop durven besturen in plaats van mokkend in een conservatief oppositiehoekje zitten. En dan heb ik de VVD de afgelopen jaren enorm gemist.

Vandaag gaan we besluiten over de RES, de windmolens in de volksmond. Een moeilijke en oprechte zoektocht naar duurzame energie, waarbij we natuurlijk geen concessies gaan doen aan volksgezondheid, maar ook niet aan de toekomst van onze kinderen. Het is immers gewoon uitvoering van het klimaatakkoord, bedacht door notabene de VVD zelf. Fractievertegenwoordiger Stijn Nijssen zei het goed bij Kelder&Co op 24 april ‘Wij staan natuurlijk achter het klimaatakkoord’. Echte verandering komt van binnenuit.

Mijn oproep aan de VVD is dan ook, steun de zoektocht van een college naar een beter klimaat. Nederland kijkt naar ons. Amsterdam is groot genoeg om achter te schuilen als je de noodzakelijke verduurzaming niet aan de kiezer wil uitleggen, maar als we echt snel genoeg willen verduurzamen moeten we het samen doen. Het lijkt erop dat de VVD vandaag nog eenmaal klimaat-duikt. Ik hoop dat de VDD zich in de nabije toekomst voegt bij serieuze bestuurderspartijen die durven kiezen voor de toekomst. Dat zou wat mij betreft geen draaien zijn, maar nieuw leiderschap.

Hoe we ons verhouden tot de klimaatcrisis gaat de toekomst van de stad bepalen, en wat D66 betreft dus ook de toekomst van het stadsbestuur.