In tijden van crisis put ik graag hoop uit de geschiedenis van onze stad.

Amsterdam kent een lange geschiedenis van voor- en ook tegenspoed. Hier horen onzekerheden en angsten bij. Angst om je vrijheid, je toekomst, je baan of zelfs je leven te verliezen.

De onzekerheid die dit met zich meebrengt laat ons soms een zondebok aanwijzen. Dit kan tot hilarische taferelen leiden. Zo dachten sommige Amsterdammers in 1840 dat men zou veranderen in een koe als je ingeënt zou worden tegen de pokken…

Wat dat betreft zijn de hersenspinsels van Maffe Frans en Professor Doctor MicroBioloog TisjeBoyJay nog kinderspel.

Maar het brengt ons ook dichter bij elkaar. Ziektes en rampen bevorderden in het verleden vaker solidariteit en medeleven en er ontstaan al sinds eeuwen initiatieven om elkaar te helpen, juist in woelige periodes.

En dat wordt nu van ons gevraagd. Dat we het samen gaan doen. Dat we deze crisis samen het hoofd bieden. Dat we samen met oplossingen komen.

Vandaag is dat misschien wel meer nodig dan ooit, want iedereen kijkt met samengeknepen billen naar de situatie in Amerika. Het land van hoop dat nu uit elkaar getrokken wordt in een verkiezing met een man – Trump – die de bijl zet aan de wortel van de democratie.

Juist in Amsterdam weten we met 180 nationaliteiten hoe dit anders kan, we werken al jaren samen om de stad bij elkaar te houden in plaats van te verdelen.

Maar “we moeten het samen doen” moet meer zijn dan een slogan die lekker klinkt in een crisis waar je als openbaar bestuur soms tekortschiet. Wat D66 betreft is samendoen het belangrijkste uitgangspunt om Amsterdam er weer bovenop te krijgen.

Een oprechte zoektocht naar waar we kunnen samenwerken, in plaats van elkaar overvragen en dan boos worden. De oppositie heeft zich in het verleden weleens overvallen gevoeld. Ik heb u zich de afgelopen jaren meerdere malen horen beklagen dat coalitiepartijen niet luisteren. Ik trek me dat aan. Zeker nu.

En daarom steek ik nu, ruim voordat we de begroting vaststellen, mijn hand uit: samen moeten we zoeken naar serieuze oplossingen die realistisch zijn en financieel gedekt. Over dat laatste moet trouwens een groot compliment worden gemaakt aan de VVD. Dat we een gemeenteraad hebben met een oppositieleider die een serieuze tegenbegroting presenteert, dat is goed voor de stad.

Ik steek mijn hand uit. En laat ik dan eens beginnen met de VVD, het CDA, FvD en de liberaal conservatieve fractie. Met u – en de wethouder EZ – wil ik samenwerken om Amsterdam er economisch bovenop te helpen.

De hotels, de uitgaanssector, de mooie attracties van de stad. Laten we de strijdbijl van hoeveel toeristen we precies moesten halen begraven, en samen slimme ideeën bedenken voor de herstart van dit belangrijke deel van de Amsterdamse economie. We hebben een wethouder economie die laat zien de wens van de raad – denk aan het AEB – gewoon over de eindstreep kan trekken. Laten we die kans benutten.

En dan PvdD, de heer van Lammeren. Ik waardeer zijn politieke kunde die hij etaleert in zijn persoonlijke queeste tegen een biomassacentrale maar wil hem uitnodigen ook met ideeën te komen voor de toekomst.

We moeten groen deze crisis uit, en dat vergt vooruitstrevende ideeën. Hij heeft daar met zijn partij een behoorlijk trackrecord op. Ik kijk ernaar uit uw plannen te horen om duurzamer uit de crisis te komen, en werk graag samen.

DENK en Bij1. Ik zie jullie als mijn trouwe bondgenoten in de strijd tegen etnisch profileren. Vorige raadsperiode was er vaak geen meerderheid voor verregaande moties op dit terrein die het afgelopen jaren wel haalden.

Maar etnisch profileren is nog aan de orde van de dag. En zolang dat het geval is kijk ik naar jullie, in de hoop dat wij eensgezind het leed dat etnisch profileren veroorzaakt blijven agenderen. In geen dossier erger ik me er zo aan dat het in de politiek vaak slechts lukt om babystapjes te maken, en toch moeten we ze maken.

En mevrouw Van Soest van de Partij van de Ouderen en Don Ceder van de ChristenUnie. Ik ken hen als hoeders van de ouderen en de kwetsbaren. Ik nodig hen uit met mij na te denken over extra manieren om onze ouderen te beschermen tijdens deze crisis. Om juist die ouderen die hun huis niet uit durven vanwege de dreiging, de ruimte te bieden. Al krijgen we er maar een paar extra ouderen mee in een park, dan nog moeten we het doen!

En uiteraard presenteren al deze partijen ook plannen op andere dossiers. Ik ga ze stuk voor stuk lezen en zal een warm pleitbezorger zijn van alle ideeën die kunnen helpen, ook al is het maar een klein beetje.

En D66 doet uiteraard ook een duit in het zakje.

  • De eerst motie van mijn partij gaat over de barrières die er zijn om leegstand om te zetten naar woningen. Als er ooit nog een kans komt in de stad om in gebieden waar de huizenmarkt al jarenlang erg overkookt extra woningen te creëren dan is het wel nu. Ik dien een motie in om barrières die er zijn om van leegstaande ruimtes woningen te maken, te slechten.
  • En de tweede motie voorzitter, gaat over de toekomst. In 2025 bestaat Amsterdam 750 jaar. Daar moeten we met passende vreugde bij stilstaan vindt mijn fractie. Sterker nog, het is een mooi vooruitzicht om naar te verlangen. Want we hopen natuurlijk dat we dit knuffelend en zingend kunnen vieren. Bij die viering horen culturele en topsportevenementen. Ik vraag per motie aan het college om hiermee aan de slag te gaan.

We zitten in de grootste crisis sinds de Tweede Wereldoorlog en die moeten we samen het hoofd bieden. Door naar elkaar te luisteren in plaats van naar elkaar te schreeuwen. We moeten alles doen wat we kunnen, compromissen sluiten ook al is dat soms moeilijk. Iedere stap vooruit die we daarmee zetten is een stap in de goede richting.

We gaan door een moeilijke tijd en Amsterdam hier doorheen trekken zal niet makkelijk zijn. Het water staat in de zorg aan de lippen, veel ondernemers houden de kop maar amper boven water en het rijke aanbod van cultuur in de stad dreigt definitief weg te spoelen.

De stad heeft nu het hele stadsbestuur nodig. Besturen in deze tijd vraagt om samenwerken en de realisatie dat iedere kleine stap die je zet, bijvoorbeeld met preventie of het verkleinen van gezondheidsverschillen, een reuzestap kan zijn voor de toekomst.

Een toekomst die het van steden als Amsterdam moet hebben. Want als D66 een ding geloofd is dat de stad deze ramp zal overwinnen. Dat de stad weer zal bloeien, met volle musea, bruisende kroeg, dampende clubs en betere festivals dan we ooit gezien hebben.

Maar dit kan alleen als we stoppen met elkaar bestrijden op de politieke vierkante millimeter, en onze energie gebruiken om samen te strijden voor elke stap vooruit.

Ik sluit af met een anekdote over het wapen van Amsterdam waar ik deze dagen hoop uit put.

Ons motto wordt gevormd door woorden – Heldhaftig, vastberaden, barmhartig – die deze crisis als geen ander slaan op het zorg- en onderwijspersoneel dat in de frontlinie van deze crisis haar werk doet.

En hoewel dit misschien wel het meest bekende onderdeel is van het wapen van Amsterdam, is dit motto historisch gezien pas later toegevoegd aan ons wapen. Eerst waren daar namelijk de drie Andreaskruizen.

En er is een theorie ter verklaring van de drie kruizen in het Amsterdamse wapen, die ik ter afsluiting wil delen met uw raad en de stad.

De drie kruizen zouden staan voor de drie plagen die Amsterdam overwonnen heeft. Overstromingen, stadsbranden en de pest.

De veerkracht van Amsterdam zit dus al sinds oudsher in ons stadswapen, in onze geschiedenis, in ons Amsterdams DNA. Amsterdam overwint tegenspoed altijd, daarom tonen we trots dit symbool van deze overwinningen op onze huizen, kerken, instagrampagina’s en in het stadion van Ajax.

Ook corona zullen we samen overwinnen, net zoals dat Amsterdammers vroeger altijd gelukt is