Gisteren was de Amsterdamse gemeenteraad de hele dag bezig met een debat over een te drukke demonstratie op een te kleine plek. Niet goed natuurlijk en van die fouten gaan wij leren, want dat is Mokum. Vallen, opstaan, en daarna weer shinen.
En shinen hebben we gedaan als stad, door gisteren met ruim 11.000 mensen de grootste demonstratie tegen racisme van het land te organiseren met genoeg afstand en zonder incidenten. En dat maakt me trots.
Trots omdat zo veel Amsterdammers zich gisteren uitspraken tegen het virus van racisme, haat en discriminatie. Trots omdat allen verschillende nationaliteiten van Amsterdam bij elkaar stonden met de boodschap: Genoeg is genoeg! Wij tolereren het niet meer dat je minder kansen hebt in het leven vanwege je huidskleur, je sekse of je seksuele voorkeur.
Het sterkt mij in mijn voornemen nooit meer stil te zijn over racisme, maar om mij uit te spreken ook al het niet uitkomt. Want ik hoop en geloof dat we racisme in onze stad kunnen bestrijden met dezelfde kracht als waarmee we corona bestrijden. Namelijk door het écht samen te doen, door er allemaal iedere dag weer mee bezig te zijn, allemaal, en met het besef dat iets wat voor jezelf geen grote bedreiging lijkt, voor een ander dodelijk kan zijn.