Dat is een grote frustratie. Amsterdam is er klaar voor om deze kinderen terug te laten keren. Voor alle kinderen is een maatwerkplan gemaakt: er is gekeken bij welk familielid of in welk pleeggezin het kind terechtkan. De Raad voor de Kinderbescherming en Jeugdbescherming Amsterdam zijn hier klaar voor. Er is ­verblijf voor de kinderen, maar dat is een hard gelag zolang de reis uitblijft.

Niet eerder stak het me als Amsterdamse ­politicus zo erg om geconfronteerd te worden met de conservatieve koudheid van het nationale parlement. Amsterdam is klaar om Amsterdamse kinderen te ontvangen. Maar de Tweede Kamer staat het de minister simpelweg niet toe mensen terug te halen. “Als dat betekent dat ook hun kinderen achterblijven in het onveilige gebied, dan moet dat maar,” zegt dan een parlementslid. Hoe onbarmhartig kun je zijn? Men legt zich erbij neer, winter of geen winter, oorlog of geen oorlog.

Berecht en bestraft

De terechte angst voor aanslagen heeft de Kamer in een wurggreep gehouden. Het idee was dat met de kinderen ook de ouders mee terugkomen en die zijn mogelijk geradicaliseerd. Hoe slecht blijkt die raadgever nu. Wie bestrijdt, nu de Koerden worden aangevallen, nog Islamitische Staat? Een oorlog in Syrië zal ons zicht op Nederlandse kinderen in kampen bemoeilijken. Hoe verzekeren we ons van zicht op alle vrouwelijke IS-strijders die nu bij de Koerden vastzitten?

Die laatste vraag hadden we niet hoeven stellen als we kinderen actief waren gaan terughalen. Als ouders naar Nederland waren gekomen, konden ze worden berecht, en bestraft als ze schuldig zijn. We hadden ze in beeld gehad, ook wanneer zij hun straf hadden uitgezeten. Die straf zitten ze nu niet uit.

Daar komt nog bij dat, door de moeders en kinderen in de steek te laten, het gevaar van radicalisering des te groter is. Veel beter was het geweest om hen op te nemen in onze rechtsstaat. Zij ontlopen daar nu Nederlandse vervolging, bestraffing en begeleiding. De kinderen zijn nu veelal nog te jong om de haat van hun omgeving tot hun ideologie te maken, maar ook dat zal veranderen. Als ze het overleven ­tenminste.

Want we zijn nu in de situatie beland dat Nederlandse kinderen onder erbarmelijke omstandigheden in kampen bivakkeren. In kampen waar geen stromend water is, geen bed en vaak ook amper eten of schoon water, met nota bene de winter op komst. We zijn in de situatie dat er daar Nederlandse peuters en kleuters kunnen doodvriezen deze winter. En daar komt nog bij dat ze zeer binnenkort wellicht opnieuw in gevaarlijk oorlogsgebied leven. Voor onschul­dige kinderen dreigen nieuwe hoofdstukken ellende in hun toch al door rampspoed geteisterde jeugd.

Bittere noodzaak

Gelukkig maakte Amsterdams Kamerlid Dilan Yesilgöz deze week duidelijk dat het nu ook voor de VVD bespreekbaar is. Waar de landelijke politiek zo lang treuzelt dat de volgende oorlog alweer is aangebroken, ging het hier heel snel: burgemeester Halsema staat voor alle Amsterdammers en ondersteunde meteen de oproep om deze kinderen terug te halen. Treuzel toch niet langer en neem hier een voorbeeld aan. Hef die blokkade nu op!

Weet dat deze kinderen meer zijn dan een symbool van hoeveel vertrouwen we in onze eigen rechtsstaat hebben. Als u daar niet de moed voor kunt vinden, besef dan dat ook uw terechte angst voor aanslagen een bittere noodzaak voor actie is. Kom in actie Den Haag, haal onze kinderen terug.